5 x waarom Valencia echt een aanrader is

Valencia, sinaasappelstad van Spanje, is een leuke stad voor een citytrip. Het is de twee na grootste stad van Spanje en heeft veel te bieden. Het leuke van Valencia is dat het niet zo toeristisch is als Madrid en Barcelona, maar het wel voelt als een grote stad. Er is zoveel leuks te doen! Vandaag geef ik jou 5 redenen waarom je écht Valencia moet bezoeken.

Het is zo leuk om te fietsen door de stad

Valencia is leuk om al fietsend te verkennen. Er zijn veel fietsverhuurders in de stad en ook hotels bieden dit als extra service aan, dus een fiets huren is supersimpel. Je hoeft geen rekening te houden met het OV, je bent lekker vrij om te gaan en staan waar je wilt. Er zijn veel fietspaden, met name in het centrum. Oké, soms houdt het fietspad ineens op, maar over het algemeen fiets je veilig rond. Daarnaast zijn er veel plekken om je fiets neer te zetten. Veruit de meeste toeristen verplaatsen zich per voet of met het OV, dus er zijn genoeg plekken om je fiets te parkeren. Doen dus, een fietsje huren. Oh ja, je kan dan meteen door de oude rivierbedding fietsen richting Ciutat de les Arts i les Ciències. Een leuke activiteit en je pakt meteen wat cultuur mee.

Je kan aan het strand chillen

Valencia heeft een strand, olé! Een van de grote voordelen van deze stad. Op deze manier kan je goed je stedentrip combineren met een dagje uit “buiten” de stad zonder heel lang te moeten reizen. Met de fiets ben je ongeveer 30 minuten onderweg van hartje centrum naar de boulevard. Met het OV duurt het ongeveer 45 minuten. Je kan heerlijk ontspannen op een ligbed tot rust komen bij La Más Bonita en bij het restaurantje kan je lekker lunchen of een cocktail drinken. Afkoelen kan natuurlijk in de zee.

Er is een échte urban jungle

Voor de flora liefhebbers is de botanische tuin van Valencia een must visit. Het is mooi aangelegd en de tuin is ingedeeld in verschillende secties. Zo vind je er onder andere palmen (er zijn er zoveeeeel), medicinale planten en eetbare planten, zoals groenten en fruit. Voor mij als foodie was het leuk om mijn eetbare plantenkennis te testen. Er zijn ook een paar kassen met tropische planten waarvan er één dedicated is aan de orchidee. Entree is € 2,50 en daarvoor heb je een mooie wandeling in een prachtig aangelegde tuin. Houd wel rekening met het seizoen. Zo zal er in de winter minder te zien zijn dan in de andere seizoenen.

Je kan je volstoppen met tapas

Er zijn zoveel leuke eettentjes in Valencia. Op de vierkante pleintjes kriskras door de stad vind je terrasjes waar ze heerlijke tapas serveren. Vooral in de wijk Russafa vind je veel tapasbarretjes. Maar ook in het centrum, bijvoorbeeld bij Jámon Jámon waar ze een taste menu serveren. Reserveren is gewenst, maar als je een beetje vroeg komt, kan je het erop wagen. En bij Sagardí eet je pinchos (plakje stokbrood met een topping erop). Erg smakelijk en je kan zoveel pakken als je wilt; je betaalt per stuk. Fris wijntje erbij en op het terras kan je naar de passanten kijken.

Bij Mercado Central koop je eetbare souvenirs

Tot slot kan je als foodie absoluut niet Mercado Central overslaan. In een met airco (!) gekoelde marktplaats kan je vers brood, fruit, groente, vlees, vis en nog veel meer krijgen. Loop gezellig langs de verschillende kraampjes en bekijk het mooie gebouw (een gave koepel). Koop dan vers fruit om lekker meteen op te eten en voor thuis een worstje (ik wil nog steeds een ham, je weet wel zo’n grote. Paste helaas niet in m’n handbagage). Of een lekkere olijfolie of een Rioja als je met ingecheckte bagage reist. Mocht je echt honger krijgen: er is ook een tapasbar. Ze schijnen er goede tapas te serveren. Wees wel voorbereid, want het kan er druk zijn.

Krijg helemaal heimwee als ik de foto’s zie. Ga je ook een keer naar Valencia?